woensdag 4 december 2013

CAMIEL ANDRIESSEN

Kun je kort uitleggen hoe je je houtsneden maakt?
In mijn houtsnedes werk ik altijd één op één. Anders gezegd: als het papier 100 bij 65 centimeter is, dan is mijn houtplaat dat ook. Dit heb ik nodig omdat ik geen schetsen vooraf maak, maar meteen op de plaat mijn tekening ontwikkel. Na enige tijd kom ik tot het beeld dat ik wil, dan snij ik met gutsen en een stanleymes mijn vormen uit. En steek alles, wat wit moet worden, weg. Daarna is het zoeken naar wat de kleurstelling van de prent moet worden. Wanneer ik hierover zeker ben, druk ik de plaat af. Met een rollervan rubber rol ik de inkt in de gewenste kleur of kleuren op de vormen. Dan leg ik daar een vel papier overheen en wrijf de te drukken delen aan met een vouwbeen. Vervolgens haal ik het papier van de plaat en hang het vel te drogen. Dit is mijn proces bij elke houtsnede.

Je houtsnede Z.t.2 oogt op het eerste gezicht helder en simpel. Dat hebben je houtsneden so wie so, een paar vlakken, lijnen en kleuren, de hele techniek dwingt de maker nu eenmaal tot het woekeren met de beperkte mogelijkheden. Als je langer kijkt, wordt het plaatje echter ingewikkeld. Vormen lijken herschikt en gespiegeld, het perspectief oogt vanzelfsprekend, maar toch niet helemaal in één keer begrijpelijk. Stuur je daar op aan: het scheppen van een simpel ogend, maar bij nader inzien toch complex plaatje met beperkte middelen?
Je spreekt van een simpel ogend, maar complex plaatje. Als ik door een museum loop zijn het over het algemeen die werken die me aanspreken. Dus als antwoord op de vraag of ik in mijn eigen werk daar op aanstuur, denk ik - hoewel niet zo bewust – dat dat zo is. Ik hou van werk, dat is wat het is, werk dat geen grote teksten en uitleg behoeft. Dus ben ik niet bewust bezig met het maken van ‘complexe’ beelden, maar het zijn ook geen eenduidige verhalen. Als ik bezig ben een houtsnede op te zetten, ontstaat een verhaal, maar dan haal ik daar weer een deel van weg en zet het weer wat anders neer. Zo onstaat er een nieuw verhaal, dit herhaalt zich een x-aantal keer en van ieder verhaal blijft een deel achter in het eindresultaat. Dat het wellicht gespiegeld overkomt, komt door mijn manier van het direct opzetten op de houtplaat. Het zit in mijn achterhoofd natuurlijk, maar ik ben niet continu bezig met het feit dat het bij het afdrukken gespiegeld gaat worden

Je kunt bij het genre van de houtsnede allerlei ingewikkelde verhalen houden, maar als ik me overgeef aan mijn meer primitieve neigingen ben ik in de eerste plaats geneigd om te denken dat houtsneden vooral lekker zijn om naar te kijken. De hoogteverschillen tussen het onbedrukte, maagdelijk witte papier en de bedrukte delen van het papier, de volle en verzadigde kleuren, de kordate lijnen en scherp begrensde vlakken; het is voor iemand die zich de lust van het kijken gunt gewoonweg smullen. Ligt het daadwerkelijk zo simpel, of doe ik de houtsnede nu ernstig tekort?
Als je doelt op het feit dat mijn eindproduct een helder beeld op papier is en je je niet bezig hoeft te houden met hoe de verf is opgebracht of hoe het materiaal is behandeld, kan ik met je meegaan. Dat is mijn manier van werken. Maar vergis je niet. Er worden snij- en druktechnisch zeer complexe houtsnedes gemaakt. Ze doen qua complexiteit dus niet onder voor schilderijen en dergelijke.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.