woensdag 4 december 2013

MICHIEL REESSINK

Hoe kom je erbij om in Teagun een theepot de vorm van een pistool te geven?
Ik had al in mijn jeugd belangstelling voor wapentuig. Toen ik op de kunstacademie zat heb ik die fascinatie weer opgepakt. Ik maakte aangepast wapentuig als kunstobject. Hierbij had en heb ik een voorkeur voor de revolver, vooral om de mooie esthetische vormen van dit wapen. Waarin een revolver verschilt van een pistool is dat je meer ziet van het mechaniek. Een revolver heeft een cilinder als magazijn, het magazijn van een pistool zit in de kolf verborgen. Een revolver heeft meer, vooral cilindrische vormen. Cilindervormen komen dan ook vaak terug in mijn werk… Het zijn niet langer letterlijk wapens die ik maak, de functie is veranderd. Daar waar het wapen diende om bijvoorbeeld een medemens mee overhoop te knallen, dient het nu onder andere als een theepot, een draaimolen of een gok-machine. De contouren, onderdelen en esthetische vormen van het wapen zijn nog te herkennen maar de gebruiksaanwijzing en functies zijn aangepast. Het aangepaste wapen wordt een sociaal gebruiksvoorwerp en is niet langer onderdeel van een 'uit de hand gelopen monoloog'.

Ga je van nu af aan meer bruikbare spullen maken of is deze theepot voor jou als vrij kunstenaar slechts een tijdelijk uitstapje?
Ik begeef me vaker op het grensvlak van design, of toegepaste kunst, en autonome kunst. Daar moet ik wel bij aantekenen dat voor mij de esthetiek, het concept, het proces en de suggestie die een kunstwerk kan oproepen, belangrijker zijn dan de vraag of het object een functie heeft. Voor mij zijn de Teaguns geen uitstapje, 'bruikbare spullen' blijven terugkomen in mijn werk.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.